(tekst moment 2007, bewerkt 26 oktober 2013)
Mijn ontmoeting met Jan Raapis
In 1985 herinnerde ik mij nog steeds de televisie-uitzending twee of drie jaar daarvoor van Showroom met Jan Raapis, een man van in de tachtig die toen hij de zeventig was gepasseerd met klei was gaan boetseren. De beeldjes die hij maakte, hadden een spirituele betekenis en zaten vol religieuze symboliek. Jan Raapis was in zijn werkende leven een arbeider en handelaar geweest die een lange spirituele zoektocht had afgelegd langs allerlei kerken, genootschappen en ook de Bhagwan-beweging. Op dat moment woonde hij samen met zijn vrouw in een bejaardenflat. Hij had er een klein oventje om zijn beelden in te bakken.
Hoe hij over zijn spiritualiteit en zijn zoektocht had gesproken had indruk op mij gemaakt. Hij was mij al die tijd in gedachten gebleven. Deze man wilde ik nu ontmoeten. Op goed geluk schreef ik naar de NCRV. Het bleek een NCRV-programma te zijn geweest en ik kreeg het adres en telefoonnummer van Jan Raapis.
Hij vond het reuze leuk dat ik hem belde. Ten tijde van de uitzending waren er vele mensen bij hem langs geweest. Ik was nu meer dan welkom. Jan woonde in Gouda. Ik ging er met de trein naar toe.
Jan en zijn vrouw ontvingen mij allerhartelijkst. Er was veel warmte rond die twee. Ik mocht daar even deelgenoot van zijn. Jan was een spraakwaterval. Zijn vrouw onderbrak hem een paar keer: “Laat dat meisje nu ook eens vertellen.” Jan vond het bijzonder en was er opgetogen over dat ik al bewust was van maya, dat alles een illusie is. Hij liet mij zijn beeldjes zien en vertelde over zijn ervaringen bij de Bhagwan-beweging. Het gedachtegoed van Bhagwan droeg hij een warm hart toe. Hij herkende er een thuishaven voor zichzelf in. Maar hij was ontdaan over het gebeuren bij zijn inwijding tot sanjassin. Men was er over gevallen dat hij niet in het rood of oranje was gekleed; alsof dat het wezenlijke der dingen was!
Mijn gedachten toen hierover: Deze man die zoveel rijkdom uit zichzelf kon putten, had zich zo afhankelijk opgesteld door zich bij deze beweging te willen aansluiten. Ik zei hem dan ook dat hij dat toch helemaal niet nodig had; zijn innerlijk was hem toch voldoende tot gids!
Opmerkelijk dat ik mijn eigen verlangen niet in dat van hem herkende. Terwijl ik dacht een hele weg alleen te hebben afgelegd, stond ik nog maar aan het begin van mijn zoektocht. Deze man was al een veelvoud van mijn leven op pad en wilde zich ergens thuis weten en niet alleen bij zichzelf, maar bij zichzelf bij de ander. Het was bewonderenswaardig dat hij zich niet terugtrok in een ivoren torentje van eigenwijsheid, maar open bleef staan voor contact en uitwisseling; een prachtmens.
Jan had zo van mijn bezoek genoten dat hij mij een beeldje gaf; een man met het hoofd onder zijn rechter arm, een bol op zijn linker hand en een bloem op zijn nek; bewust van jezelf, bewust van de eenheid van alles, levend vanuit je diepste wezen.
Ik ben naar Gouden Handen in ‘s Heerenberg geweest waar destijds een permanente expositie van zijn beeldjes was en heb daarna nog één keer een bezoek aan Jan en zijn vrouw gebracht.