(geschreven i.h.k.v. een project van Museum Catharijneconvent)
Door een ingeving bewogen
Hoe ben ik ertoe gekomen om alle straten van Nijmegen te lopen? Wat maakte het zo bijzonder? Wat hield mij gaande?
Het was mij gegeven; meer kan ik er ook niet over zeggen. Of toch?
De bedding
Medio 2006 nam ik ontslag, afscheid van een prachtige werkplek, omdat de baan mij te zwaar belastte. Door mijn focus op nieuwe dingen te richten, meende ik snel weer energie te zullen opdoen. Later bleek dat ik uitgeput was.
Op een bepaald moment, zittend aan tafel, kon ik zelfs een lepel niet optillen en naar mijn mond brengen. Mijn bewustzijn trok weg uit de omgeving en uit mijn lichaam. Even bekroop mij een angst die meteen wegging doordat ik mij spontaan op mijn ademhaling richtte. Ik belandde in een leegte met enkel ademhaling. De gedachte kwam in mij op: “Ook hier kan ik zijn.” en ik ervoer diepe vrede.
Toen ik terugkwam in mijn lijf, was ik vol vertrouwen. De eenvoud van deze ervaring was voor mij een bedding waarin ik mij veilig voelde. Het vertrouwen heb ik meegenomen op mijn verdere weg van vallen en opstaan.
Hoe het idee ontstond
Medio 2007 werd ik een keer ’s nachts wakker met de ingeving om te pelgrimeren. Maar: “Hoe zou ik dat nu kunnen met mijn conditie?” Lopend naar de winkel benutte ik menig paaltje om op uit te rusten. “Wat is me dan wel gegeven?” Ik moest geen zware rugzak omdoen en ver weg trekken, maar me juist ontdoen van ballast en thuiskomen. En zo werd het idee geboren om als pelgrimage alle straten van Nijmegen te lopen. Het enthousiasme dat ik ervoer bij dit idee gaf mij energie om op pad te gaan. Dat hield ik drie dagen vol en stortte toen weer in.
Om een lang verhaal kort te maken: in wisselend tempo, soms voetje voor voetje, soms in flinke pas, soms een paar dagen achter elkaar en soms maanden niet, heb ik over een periode van 14 maanden alle straten van Nijmegen gelopen, alle paden en de meeste tussendoortjes.
Het is me gegeven
Het was niet enkel een pelgrimage door de straten waarbij ik mij kon oriënteren op een kaart, maar nog meer een pelgrimage met mijn lijf. Daarbij kon ik mij enkel oriënteren op de mate waarin op dat moment de energie stroomde. Iedere keer als ik mijzelf een doel stelde, kreeg ik de tikken thuis. Ik had stap voor stap te ervaren wat mij gegeven was.
Mijn tocht heeft dan ook niets met mijn wil of wilskracht te maken, enkel met luisteren, overgave en genieten van hetgeen op mij toekomt.
Door zo langzaam voort te gaan werd iedere stap bijzonder en de dingen om mij heen werden bijzonder. Ik voelde mij rijk doordat ik – menig maal tot mijn verbazing – bewogen werd om te gaan en dit alles te ervaren. “Ook hier kan ik zijn.”
(zie verder Tot slot een groet van boven)