Reïncarnatie

(tekst moment 24 juni 2013)

Hoe nieuw is nieuw?

Vandaag las ik een tekst als nieuw. Ik had hem nota bene zelf geschreven zo’n zesenhalf jaar geleden. Helemaal vergeten.
In mijn regelmatige opruimbuien doe ik ook boeken weg. Zo is de bibliotheek van mijn opa die ik grotendeels van mijn vader heb overgenomen, geslonken tot enkele boeken. Een paar jaar geleden heb ik daar ook boeken van weggeven aan een vriendin. Onlangs belde ze me dat ze in één ervan een tekst van mijn hand had gevonden en vroeg of ik die terug wilde, een tekst met betrekking tot Prentice Mulford. De naam klonk mij vaag bekend.

Zo zie je maar; wat als nieuw schijnt is enkel een herinnering. En zoals Byron Katie zegt: “Er zijn geen nieuwe gedachten. Alle gedachten zijn oud en worden gerecycled.”
Ja, dat is ook een vorm van reïncarnatie en neem het vooral niet letterlijk, maar proef de essentie ervan.

Een nieuwe boodschap

28 december 2006 Anja Strik

N.a.v. ‘Een nieuwe boodschap’ van Prentice Mulford, waarin gesproken wordt over geesten en reïncarnatie.
Voor mij zijn dit concepten die verwijzen naar iets dat je kunt ervaren, iets waar je je bewust van kunt zijn of worden. Dat iets is niet het beeld wat het concept oproept, het is iets anders, iets eigens.
Vergelijk het met het model dat je maakt van een molecuul. Het verwijst naar een molecuul. Zo ziet een molecuul er echter niet uit.
Het model is nuttig om te maken, omdat het je gewaarwording scherpt en je denken ondersteunt in het bewust worden van de werking van een molecuul en de mogelijke toepassing ervan.

De concepten die gehanteerd worden door Swami Vivekananda in ‘Raja Yoga’ zijn veel abstracter dan die Prentice Mulford in ‘de Nieuwe Boodschap’ ten tonele voert. Spreken over chitta en vritti is een andere taal. Beiden (Vivekananda en Mulford) trachten de werking van de geest te beschrijven, opdat de mens mee kan werken.

Meewerken als een ruiter op een paard

Je kunt op een paard gaan zitten zonder zadel, zonder stijgbeugels, je vastklampend aan de manen. Als het paard gaat draven en galopperen, kun je als een hobbezak je door elkaar laten schudden en er misschien zelfs nog op blijven zitten.
Je kunt ook proberen voeling te krijgen met het ritme van het paard en meebewegen, zodat je zijn gang ondersteunt in plaats van tegenwerkt. Dan blijf je zelf een stuk makkelijker zitten.
Je blijft nog makkelijker zitten als je het paard een bit in doet, teugels, zadel met stijgbeugels aan doet. Het is van belang om met het toepassen van die hulpmiddelen voeling te blijven houden met het paard en niet te denken dat je het zomaar jouw wil op kunt leggen. Je moet samenwerken. Dan kom je allebei vooruit. En dat gaat harmonieuzer en sneller dan wanneer je zomaar wat doet zonder je bewustzijn en vaardigheden te ontwikkelen.
De concepten zijn als het bit en teugels, het zadel en stijgbeugels. Net zo min als dat je te paard sneller kunt dan het paard kan en je er de sterren mee kunt bereiken, kun je met je concepten sneller iets bereiken dan gelang de aard van je geest. Door je beginnersenthousiasme, vanwege de vooruitgang die je boekt, kun je soms luchtkastelen gaan bouwen. Als die aan duigen vallen, vergeet dan niet waartoe je inzicht je wel heeft gebracht. Blijf voeling houden met wat je waarneemt, niet enkel met wat je verlangt.