(tekst moment 11 oktober 2009, laatste bewerking 29 maart 2016)
Eenheid in verscheidenheid, onderscheiden in eenheid
Als ik het bos wil zien terwijl ik me er in bevind, verdwijnt de waarneming naar de achtergrond en bevind ik mij in mijn gedachteconcepten. Idem als ik de eenheid van het bestaan wil zien terwijl ik me er in bevind, dan wordt de eenheid tot een concept. Ik kan de eenheid enkel gewaar zijn in de belevingswereld door zonder concepten de verscheidenheid tegemoet te treden.
Voor mij is dit geen filosofie. Het is iets waar ik mij dagelijks bewust van ben. Als je het bewustzijn hebt, neem je het waar. En zoals Johan Cruijff het zegt: ‘Als je het niet weet dan zie je het niet.’ Als je het verschil, het onderscheid niet kent tussen de verschillende functies van voetballers op het veld en de spelregels, zul je het spel niet kunnen volgen en waarderen. Je bent niet gewaar wat er zich wezenlijk voor je ogen afspeelt. Er rennen wat mensen over het veld achter een bal aan. Je vraagt je af: “Wat is de zin van dit alles.”
Als ik in het bos loop, geniet ik van het gewaar zijn door te onderscheiden. Anders is het één grote mistige massa waarin ik mij bevind. Ik zie een boom, de ribbels van de bast, een eikel, een blad, hoor (vogel)geluiden. Hoeveel vreugde geeft het niet om geluiden van elkaar te onderscheiden. Niet de vreugde van een prestatie van het weten, maar de vreugde van het bewust zijn. Ik word licht van binnen.
Die vreugde van bewustzijn kan verward worden met willen weten, omdat men het genot wil herhalen. Dat is de dood in de pot wanneer het niet herleid wordt tot puur waarnemen, tot de ervaring zelf. Een naam wordt een concept wanneer ik meen daarmee de ander, het andere te identificeren; wanneer ik meen dat het dat is. Namen leren, brengt op zich geen bewustzijn; enkel gewaar zijn en de resonans daarvan in een naam laten klinken brengt bewustzijn. Het leven wil gezien worden.
Als je de ontwikkeling van mensen met een taalachterstand (zie onderzoeken in de geschiedenis bij dove mensen) bestudeert, zie je hoe belangrijk taal is voor de ontwikkeling van bewustzijn. Je hoeft geen groot onderscheidend bewustzijn te hebben om een eenheidservaring te beleven. Zonder veel bewustzijn kun je een gelukzalig leven leiden.
Als je levenswandel in de uiterlijke wereld je bewustzijn niet zodanig uitdaagt dat het verstaan van deze eenheidservaring wordt beproefd, zal je onderscheidend vermogen van de verscheidenheid in de eenheid zich navenant ontwikkelen.
Zonder onderscheiding geen bewustzijn
Volgens mij kun je niet bewust zijn zonder onderscheiden. In mijn ervaring gaat dit samen. De eenheidsbeleving, deze gewaar zijn, moet je niet verwarren met de eenheid waarnemen. De eenheidservaring is iets van de innerlijke belevingswereld. In de uiterlijke wereld neem je verscheidenheid waar. In het benoemen zijn het twee onderscheiden werkelijkheden. Dit te onderscheiden van afgescheiden. In het onderscheiden ben je je er bewust van dat hetgeen je waarneemt met elkaar in eenheid is verbonden. In het afscheiden zie je het als losstaande zelfstandige entiteiten. Voor wie een eenheidservaring heeft beleefd, is dat een illusie.
Afgelopen week schijnt er in een krant een artikel te hebben gestaan waarin de schrijfster oppert dat er in de vertaling van Genesis een fout is geslopen. In plaats van ‘God schiep hemel en aarde’ zou er in de oorspronkelijk tekst staan ‘God scheidde hemel en aarde’. Voor mij is dit niet zo’n relevant verschil, aangezien in mijn verstaan scheppen een vorm van scheiden is.
Misschien ontdekt t.z.t. iemand nog eens dat God een archaïsch woord is voor het besef, het door breken van bewustzijn (en er was licht) en dat dit woord in de loop der tijd verzelfstandigd is, verworden tot een zelfstandige entiteit, aldus geïdentificeerd en daarmee buiten het verband van de mens en de hele schepping geplaatst als een afgescheidenheid.
Laat ik dan mijn licht op Genesis werpen
‘Dat wat is’ streeft naar bewustzijn van zichzelf. Het ontwikkelt zich naar bewustzijn. Het laat licht schijnen op wat is en onderscheidt hemel en aarde. Het onderscheidt de mens als zijnde in ‘al wat is’, als zijnde in God, als deel van het alomvattende dat naar bewustzijn streeft; de mens die in zichzelf naar bewustzijn streeft (Droste-effect). Doordat de mens bewust wordt, wordt God, wordt ‘al wat is’ zichzelf bewust.
Gewaar zijn heeft een resonans in het lichaam. Deze resonans kan uitmonden in een woord. Het woord is uitdrukking van deze resonans. Zonder resonans, geen bewustzijn. Zonder woord, geen bewustzijn. Uitdrukking hiervan is dat één voor één alle schepselen voor de mens werden gebracht. Deze gaf ze een naam. De mens werd zich bewust van zijn omgeving; een bewustzijn in eenheid van de onderscheiden schepselen.
Het onderscheiden kan tot afscheiden worden door te oordelen, m.a.w. door te eten van de boom van kennis van goed en kwaad, door je goed en kwaad eigen te maken, dit in je lijf op te nemen en van daaruit te leven.
De mens zal pas weer in de beleving van eenheid opstaan, herboren worden op het moment dat hij niet meer oordeelt, wanneer het laatste oordeel is verstomd.
Er zijn mensen die de eenheid benadrukken; er zijn mensen die de afgescheidenheid benadrukken. Ik ervaar mijzelf tot bewustzijn geroepen en ga de middenweg, die van onderscheiden.
Nawoord:
Oefening van bewustzijn
Levend in de uiterlijke wereld van verscheidenheid kun je de voedingsbodem voor ontvankelijkheid van de beleving van eenheid (dit inzicht is genade) bewerken door inoefening zoals mindfulness of Vipassana (inzichtmeditatie). In de oefening word je bewust of geef je voeding aan je bewustzijn van conceptloos waarnemen door de waarneming te benoemen als ‘zien’, ‘horen’ etc. Je wordt je bewust van je identificaties en oordelen en dat puur waarnemen van je gedachten en je oordelen de fixatie erop losweekt en in de achtergrond laat vervloeien. Gaandeweg ontwikkelt zich een gewaar zijn dat het leven zich ontvouwt.
Deze genade is door beoefening niet te bewerkstelligen. Wat enkel mogelijk is, is je bewustzijn te scholen, zodat wanneer de genade zich voordoet, het zaad ervan in vruchtbare aarde valt. Voor een geest die niet is voorbereid, kan de ervaring tot grote verwarring leiden.
Ook bij de wijze waarop men oefent en de mate waarin, dient men het vermogen tot onderscheiden te ontwikkelen. Ieder mens ontvouwt zich naar zijn eigen aard op geheel unieke wijze.
Nog uit te werken:
Door het leven bewogen te ontvangen zonder voorbehoud
Met het door breken van het bewustzijn te leven in eenheid, komt het inzicht door het leven bewogen te worden, het inzicht van Uw wil geschiede en dat het leven ontvangen wordt zonder voorbehoud, om niet. Gefixeerd op de eigen identiteit, vraagt dit besef van de afgescheiden persoonlijkheid een toevertrouwen. De mens dient het vermogen te ontwikkelen te onderscheiden waar zich dat toevertrouwen op richt. Hij wordt immers door en tot van alles en nog wat bewogen. Hij moet zoveel van zichzelf. Met de eenheidservaring wordt (zover mij bekend) de persoonlijkheid niet totaal uitgewist. Deze kan in de ontwikkeling niet worden overgeslagen, maar dient doorleefd te worden, tot bewustzijn te worden gebracht. Enkel de identificatie met de persoonlijke identiteit valt weg en niet de individualiteit. Wanneer de mens zich fixeert op zijn eenheidservaring creëert hij zich een nieuwe persoonlijkheid.
In het bewustzijn van eenheid en nog een identificatie met de afgescheidenheid ontstaat er wrijving. Het is afhankelijk van de aard van de persoonlijkheid tot welk bewustzijn de individuele mens geroepen is, waar zich wrijving voordoet en hoe zich dat uitwerkt.
Mattheus 3:16-17 en 4:1-11
De doop van Jezus … Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag den Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. En zie, een stem uit de hemelen zeide; Deze is mijn Zoon, in wien Ik mijn welbehagen heb.
De verzoeking in de woestijn Toen werd Jezus door den Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door den duivel. En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, kreeg Hij ten laatste honger. En de verzoeker kwam en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen broden worden. Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven; Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit den mond Gods uitgaat.
Toen nam de duivel Hem mede naar …
De duivel staat voor mij voor fixatie aan een bepaalde gedachte die hecht aan identificatie met de persoonlijkheid; dat wat naar beneden trekt, het bewustzijn verduistert, de levensstroom blokkeert. Na het ontwaken in de Geest Gods en het bewustzijn van de eenheid uitgedrukt als Zoon, diende Jezus nog het onderscheidend vermogen te ontwikkelen om zich niet te verstrikken in nieuwe fixaties die met de eenheidservaring kunnen opduiken.
‘Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit den mond Gods uitgaat.’ Niet alleen de eenheidservaring, dat wat hem nu vervult, het genot wat hem thans tot voedsel dient, doet de mens leven, maar het gewaar zijn van al wat is (resonans in het woord) en daarmee het ontwikkelen van zijn bewustzijn.
Johannes 1:1-5
In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginnen bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen.
Een eenheidservaring ontslaat een mens niet van zijn weg in bewustzijn en daarmee van zelfonderzoek. In die zin maakt het niets uit of je zo’n ervaring hebt (gehad). Het kan je zelfs belemmeren (voor zover je daarvan kunt spreken); het kan een duiveltje in je wakker roepen.
The Work van Byron Katie is een hulpmiddel om tot onderscheiden te komen. Na haar ontwaken diende bij haar dit proces van zichzelf bevragen zich aan. Dit heeft zij ruim drie jaar dagelijks toegepast om de fixaties van haar gedachten te ontwaren en deze zich te laten ontwarren om zo met een open geest haar werkelijkheid te beleven.
Geweldloze Communicatie (Non Violent Communication, Marshall Rosenberg) is een behulpzaam onderzoekskader voor onderscheidend bewustzijn in actie in relatie tot jezelf en anderen.
Het leven kan je ook op de weg zetten om zonder scholing vrijuit te leven, zoals je de gitaar kunt pakken en voor de vuist weg spelen en improviseren of de verfkwast en je door het papier laten uitnodigen om je uit te leven. Dat kan een tijd lang erg vervullend zijn en indrukwekkend. Mocht je daarin vastlopen, mocht het leven daar uit raken, dan kan scholing je misschien verder op weg helpen. Je gaat jezelf weer ergens aan schuren. De wrijving die ontstaat, nodigt uit tot onderscheiden en bewustzijn.
Bij de keuze van scholing dien je het kaf van het koren te onderscheiden, in zoverre je meent iets te kiezen te hebben. Wat voor de een geschikt is, is dat voor de ander (nog) niet. Zolang je eenvoudig je eigen ervaring gewaar bent, is er geen verkeerde keuze. Vertrouw je toe aan de weg die je gaat.
Mij zijn de verhalen van anderen tot hulp om in het grote geheel mijn eigen weg te onderscheiden en me eraan toe te vertrouwen.
De Weg
Ja aan het onbekende
Dit is jouw weg
en het is nu, nu
dat je gevraagd wordt
te onderscheiden
Schrei desnoods
en je klagen verzacht
in dankzegging
De weg koos jou –
beken je tot het Ja
bewerking door Anja Strik van een gedicht van Dag Hammarskjöld